Vragen en antwoorden over meldpunt seksueel misbruik
In een uitzending van Een Vandaag op zaterdag 19 april wordt aandacht gegeven aan het meldpunt voor seksueel misbruik. Hierbij publiceren wij de door de redactie gestelde vragen en de antwoorden. De vragen van Een Vandaag zijn gecursiveerd, de antwoorden van Bisschoppenconferentie en Konferentie Nederlandse Religieuzen staan daar onder:
– Sluit het meldpunt daadwerkelijk 1 juli?
Het meldpunt sluit niet daadwerkelijk op 1 juli, maar zal ook in de toekomst in een bepaalde adequate vorm worden voortgezet. Wel houdt op 1 juli a.s. de mogelijkheid op voor het melden en het indienen van klachten inzake seksueel misbruik tegen aangeklaagden die zijn overledenen, en klachten betreffende seksueel misbruik dat verjaard is. Op 19 november 2013 maakten de Bisschoppenconferentie en de Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR) de datum van 1 juli 2014 bekend. De Bisschoppenconferentie en de KNR riepen slachtoffers uitdrukkelijk op zich te melden, indien zij dit nog niet hadden gedaan. Dat geldt ook voor degenen die beschikken over nog onbekend steunbewijs.
Klik hier voor meer informatie
Later, op 16 december 2013, werd die oproep herhaald in een interview van kardinaal Eijk en broeder Van Dam in De Telegraaf en regionale dagbladen. De voorzitters van de Bisschoppenconferentie en de KNR spraken in het interview over de einddatum van 1 juli 2014, die is gesteld voor het indienen van klachten over seksueel misbruik dat verjaard is of klachten tegen aangeklaagden die overleden zijn. Het was het unieke van de aanpak van de Kerk: strafrechtelijk verjaarde zaken of klachten tegen overleden personen konden gewoon worden behandeld bij de Klachtencommissie Seksueel Misbruik RKK, terwijl dat naar Nederlands of kerkelijk recht niet mogelijk is. “Maar het aantal klachten wordt gestaag minder. Een keer moet de bel luiden voor de laatste ronde”, aldus het interview.
De genoemde einddatum van 1 juli 2014 werd overeengekomen in het voorzittersoverleg van de voorzitter van de Bisschoppenconferentie, de voorzitter van de KNR en voorzitter Guido Klabbers van slachtofferkoepel KLOKK.
Klik hier voor meer informatie
Dit wil zeggen dat na 1 juli 2014 de mogelijkheid blijft bestaan om een klacht in te dienen wegens seksueel misbruik, mits dat niet verjaard is en de aangeklaagde nog in leven is. De Bisschoppenconferentie en de KNR veroordelen daden van seksueel misbruik. Wanneer een priester, diaken, religieus of andere medewerker van de Katholieke Kerk zich hier schuldig aan maakt wordt hiervan aangifte gedaan bij politie en justitie. Ook worden kerkelijke maatregelen getroffen.
Verder zijn er in de Nederlandse kerkprovincie diverse maatregelen genomen ter preventie van seksueel misbruik. Zo hebben de Nederlandse Bisschoppenconferentie en de KNR het noodzakelijk, goed en wenselijk gevonden dat de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland aansluiting is gaan zoeken bij de maatschappelijke praktijk met betrekking tot het aanvragen van een Verklaring omtrent het Gedrag (VOG) voor een bepaalde taak of functie. De conclusies en aanbevelingen van de (voormalige) Commissie van Onderzoek naar Seksueel Misbruik van Minderjarigen in de Rooms-Katholieke Kerk zijn een reden temeer geweest om per 1 januari 2014 de VOG systematisch te gaan voorschrijven voor de uitoefening van bepaalde functies binnen de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland.
Verder bestaat in de Nederlandse kerkprovincie al sinds 2005 een verplicht antecedentenonderzoek voor priesters, diakens en pastoraal werk(st)ers wanneer deze in een ander bisdom of religieus instituut gaan werken.
De Kerk zal zich blijven inzetten voor hulpverlening, en ook gesprekken met slachtoffers van seksueel misbruik blijven mogelijk.
-Waarom sluit het meldpunt?
Het meldpunt sluit niet, er zijn nog ingediende zaken die zorgvuldig dienen te worden afgehandeld; daar mag geen misverstand over bestaan. De Kerk vindt het ook heel belangrijk dat dat gebeurt, maar aan de Klachtenprocedure inzake seksueel misbruik tegen overledenen en klachten betreffende seksueel misbruik dat verjaard is, komt wel een einde.
Na 1 juli 2014 blijft de mogelijkheid bestaan om een klacht in te dienen wegens seksueel misbruik, mits dat niet verjaard is en de aangeklaagde nog in leven is. De reden dat de huidige Klachtenprocedure stopt, is de afname van het aantal klachten wegens seksueel misbruik in verjaarde zaken en tegen overleden aangeklaagden.
Een onderzoeksrapport (de “0-Meting”) dat werd opgesteld op verzoek van de voorzitter van de Bisschoppenconferentie, de voorzitter van de KNR en de voorzitter van slachtofferkoepel KLOKK, en dat op 10 oktober 2013 werd gepubliceerd en op 5 november 2013 is overhandigd aan minister Opstelten, signaleerde dat het bepalen van een einddatum voor het indienen van klachten wenselijk was (zie p. 17-18 in het rapport dat daarover is gepubliceerd.
Deze “0-meting” geeft aan: “– bij het opstellen van de klachtenprocedure is geen einddatum vastgelegd voor het indienen van klachten. Dit in tegenstelling tot andere landen. In de Tussenrapportage is betoogd dat het ook voor het seksueel misbruik binnen de kerk verstandig is om vooralsnog te beslissen een einddatum te bepalen. De twijfel bij slachtoffers, die zich eigenlijk niet willen melden en een klacht in te dienen, kan een steeds grotere emotionele last opleveren. Dat kan niet de bedoeling zijn van het openhouden van de regeling. Het tijdig aankondigen van een einddatum geeft duidelijkheid en zekerheid. Daarmee kan dit dilemma worden opgelost. Overigens zou deze eindtermijn voor alle procedures m.b.t. seksueel misbruik uit het verleden moeten gelden; zowel voor de klachtenregeling als voor de mediation (incl. een mogelijk mediationaanbod door B&T).
Ter ondersteuning: het Kabinet heeft in de twee regelingen n.a.v. het rapport van de commissie-Samson ook een einddatum gepubliceerd. In beide regelingen heeft het Kabinet gemeend ook een einddatum te moeten opnemen. Slachtoffers krijgen ruim 2 jaar de tijd om zich te melden. Vanuit de Tweede Kamer zijn geen initiatieven genomen om deze termijn op te rekken. De klachtenprocedure voor het seksueel misbruik in de RK Kerk is op 1 november 2011 in werking getreden. Op 1 november 2013 is de regeling dus 2 jaar opengesteld. Het gaan bepalen van een einddatum voor het indienen van een klacht of het aanbieden van mediation sluit aan bij de benadering van het Kabinet.”
– Spelen financiële motieven een rol?
De Kerk heeft een grote organisatie met zeer deskundige en toegewijde mensen ingericht om de slachtoffers zoveel mogelijk tegemoet te komen: meldingen, klachtenbehandeling, compensatie, hulpverlening, etc. Daarbij hebben financiële motieven geen bepalende rol gespeeld en dat zou ook niet gemogen hebben. Nu het aantal klachten afneemt is het logisch noch noodzakelijk om een organisatie in stand te houden, die destijds is ingericht voor de stroom meldingen die na 2010 in korte tijd op gang kwam. Dat is gezien de geconstateerde afname van het aantal klachten ook financieel niet verantwoord.
– Met andere woorden, wordt het runnen van het Meldpunt en de bijbehorende compensatie toegewezen aan slachtoffers te duur?
Doorslaggevend is de afname van het aantal klachten dat onder deze regeling valt en die voor het overgrote deel verjaarde zaken betreft en overleden aangeklaagden. De Bisschoppenconferentie en de KNR hebben zich verbonden aan de huidige Procedure Klachtencommissie Seksueel Misbruik in de R.-K. Kerk en de daarmee verband houdende compensatieregeling. Op basis van deze regelingen is voor slachtoffers van seksueel misbruik na een gegrondverklaring van de klacht ook een financiële compensatie mogelijk.
– Is er sprake van een afname van meldingen? Zo ja, hoeveel?
Hiervoor verwijs ik naar de actuele cijfers, die het Meldpunt Seksueel Misbruik RKK kan aanreiken.
– Hoeveel klachten zijn er in totaal door het Meldpunt in behandeling genomen?
Hiervoor verwijs ik naar de actuele cijfers, die het Meldpunt Seksueel Misbruik RKK kan aanreiken.
– Hoeveel klachten zijn gegrond verklaard en hebben tot erkenning en compensatie geleid?
Hiervoor verwijs ik naar de actuele cijfers, die het Meldpunt Seksueel Misbruik RKK kan aanreiken.
– Wat is de verdeling man/vrouw in deze?
Hiervoor verwijs ik naar de actuele cijfers, die het Meldpunt Seksueel Misbruik RKK kan aanreiken.
– Heeft U een verklaring waarom vrouwen minder meldingen doen?
Wat we zien in de cijfers van het Meldpunt Misbruik RKK is dat er meer meldingen en klachten zijn ontvangen van mannen dan van vrouwen. Daarvoor kunnen mogelijk verschillende verklaringen worden gegeven. Uit het onderzoek van de heer Deetman naar seksueel misbruik van en geweld tegen meisjes, dat in maart 2013 is gepubliceerd, blijkt niet dat dit zou zijn doordat vrouwen meer moeite zouden hebben om zich te melden dan mannen. Wat voor de Kerk voorop staat is dat de ontvangen meldingen en klachten zo goed mogelijk worden behandeld met het oog op hulp aan de slachtoffers, erkenning van het leed dat hun is aangedaan en genoegdoening.
– De organisatie Vrouwenplatform Kerkelijk Kindermisbruik van onder andere Annemie Knibbe wil meer tijd om vrouwen en mannen in de gelegenheid te stellen om schaamte en trauma te overwinnen en eventueel erkenning en compensatie te vinden. Wat vindt U daarvan?
Misbruik kan veel ellende aanrichten in het leven van slachtoffers en hun naasten. In de vele gesprekken die zijn gevoerd met slachtoffers en slachtoffergroepen door hogere oversten en bisschoppen is dit deze laatste jaren heel duidelijk geworden. De Kerk heeft geleerd hoe belangrijk het is om daar oog en oor voor te hebben. Bij het overwinnen van schaamte en trauma zullen zeker ook lotgenotengroepen slachtoffers kunnen ondersteunen. Slachtoffers kunnen zich eveneens wenden tot professionele hulpverlening.
Gedurende de afgelopen ruim vier jaar is slachtoffers de gelegenheid geboden om een klacht in te dienen wegens seksueel misbruik dat verjaard is of tegen een overleden aangeklaagde. Het onderzoeksrapport (de “0-Meting”) dat werd opgesteld op verzoek van de voorzitters van de Bisschoppenconferentie, KNR en slachtofferkoepel KLOKK, en dat op 10 oktober 2013 werd gepubliceerd en op 5 november 2013 is overhandigd aan minister Opstelten, signaleerde dat het bepalen van een einddatum voor het indienen van klachten wenselijk was (zie p. 17-18 in het rapport dat is gepubliceerd. (Zoals hierboven aangegeven onder de vraag ‘Waarom sluit het meldpunt?’)
De Kerk benadrukt de bereidheid van bisschoppen en hogere oversten om in gesprek te blijven gaan met slachtoffers.
BC / KNR