De Heilige Schrift of de Bijbel is voor christenen een heilig boek, ontstaan gedurende vele eeuwen waarin God eerst zijn weg ging met het volk Israël (boeken van het Oude Testament, of eerste deel van de Bijbel) en vervolgens ook met de volgelingen van Jezus (bij de boeken van het Oude Testament komen de boeken van het Nieuwe Testament, tweede deel van de Bijbel). De Bijbel is dan ook eigenlijk een samenstelling van vele verschillende geschriften geschreven door verschillende mensen in hun eigen tijd, geïnspireerd door de heilige Geest. Dat maakt het een uniek geschrift waarin de rode draad gevormd wordt door de weg die God is gegaan met zijn Volk.

Het ene boek vertelt over de geschiedenis van God en Zijn volk, het andere bevat profetieën, een derde geeft spreuken en levenswijsheid en een vierde bevat gedichten en liedteksten. Sommige teksten zijn weerbarstig of niet gemakkelijk te begrijpen zeker als we ze lezen met de bril op van onze eigen tijd. Andere teksten zijn tijdloos en overbruggen de eeuwen moeiteloos omdat ieder mens de beschreven emotie of ervaring kan herkennen. Van alle teksten gelooft de Katholieke Kerk dat ze door Gods heilige Geest zijn geïnspireerd, dat ze Gods woord zijn en dat ze door de eeuwen heen mensen hebben geraakt, geïnspireerd, bemoedigd en gevormd om hun eigen weg met de God van de Bijbel te gaan.

Naast de Heilige Schrift kent de Rooms-Katholieke Kerk ook de Traditie. Dat wil zeggen dat de geschiedenis van God met mensen is verder gegaan, ook nadat de Katholieke canon (bepaling welke boeken tot de Bijbel behoren) was vastgesteld. Ook daarna heeft God mensen geïnspireerd, bijvoorbeeld Kerkvaders als Ambrosius en Augustinus en dat heeft vele geschriften opgeleverd die deel uitmaken van katholieke geloofsleer en de Traditie van de Kerk. Tot de Traditie hoort het geleefde geloof van alle eeuwen, onder leiding van de heilige Geest.