Kloosterlingen, ofwel religieuzen, bestaan er in allerlei variaties. Het woord ’kloosterling’ doet veel mensen denken aan monniken of slotzusters, gekleed in een habijt, die een teruggetrokken bestaan leiden. Deze mannen of vrouwen worden meestal aangeduid als ’contemplatieve’ gemeenschappen. Maar er bestaan ook veel zogenaamde ’actieve’ gemeenschappen. Daarmee worden religieuzen aangeduid die zich speciaal richten op bepaalde noden in Kerk en samenleving. En dan zijn er nog religieuze gemeenschappen die van oudsher een ’gemengd’ leven (vita mixta) leiden. Zij combineren een maatschappelijk actief bestaan met een uitgebreid gebedsleven.

Contemplatieve religieuzen
Monniken en monialen zijn respectievelijk mannelijke en vrouwelijke religieuzen, die veel ruimte scheppen voor bezinning of contemplatie. In hun dagritme neemt gebed een centrale plaats in. Dat neemt echter niet weg dat er ook stevig gewerkt wordt. Het aan Benedictus toegeschreven devies ’Ora et labora’ (bid en werk) is geen loze aansporing. Ook arbeid is een belangrijk onderdeel van de kloosterlijke dagorde. Zo is er de dienstbaarheid binnen de gemeenschap en de dienstbaarheid ten aanzien van de naaste, in het bijzonder bij het gastenonthaal en liefdeswerken. Voorbeelden van contemplatieve gemeenschappen zijn de benedictijnen, de trappistinnen en de clarissen.

Actieve religieuzen
Ook voor actieve religieuzen – zoals augustinessen of franciscanen – is contemplatie heel wezenlijk. Zij hebben echter ook externe maatschappelijke taken, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg of het onderwijs. Het zoeken naar de juiste balans tussen actie en contemplatie is van belang voor alle genoemde typen van religieuzen.

Meer informatie?
Wie meer wil weten over de diversiteit van de religieuze tradities, kan daarvoor terecht bij de Konferentie van in Nederland gevestigde Religieuzen.

religieuzen