N.a.v. bericht ‘Organisatie slachtoffers wil langere meldprocedure’
In het NRC van woensdag 14 mei wordt bericht: ‘Organisatie slachtoffers wil langere meldprocedure’. Voorzitter Guido Klabbers van KLOKK geeft in het bericht aan hierover te zullen spreken in een overleg met kerkleiders. Maandag ontmoeten de voorzitters van de Bisschoppenconferentie, de Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR) en KLOKK elkaar tijdens het reguliere overleg dat zij hebben.
Op 19 november 2013 maakten de Bisschoppenconferentie en de (KNR) bekend, dat vanaf 1 juli 2014 de mogelijkheid zou vervallen om klachten van seksueel misbruik in te dienen tegen overledenen en klachten van seksueel misbruik dat verjaard is. De Bisschoppenconferentie en de KNR riepen slachtoffers toen op om deze klachten vóór 1 juli 2014 te melden, indien zij dit nog niet hadden gedaan.
Later, op 16 december 2013, werd die oproep herhaald in een interview van kardinaal Eijk en broeder Van Dam in De Telegraaf en regionale dagbladen. De voorzitters van de Bisschoppenconferentie en de KNR spraken in het interview over de einddatum van 1 juli 2014.
Het was het unieke van de aanpak van de Kerk: strafrechtelijk verjaarde zaken of klachten tegen overleden personen konden worden behandeld bij de Klachtencommissie Seksueel Misbruik RKK, terwijl dat naar Nederlands of kerkelijk recht niet mogelijk is.
De Kerk heeft bijna zeven jaar lang de mogelijkheid geboden om klachten van seksueel misbruik in te dienen tegen overledenen en klachten betreffende seksueel misbruik dat is verjaard. In 2007 werd deze mogelijkheid gerealiseerd door de Stichting Hulp en Recht, de voorganger van de Stichting Beheer en Toezicht inzake seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland, onder de auspiciën waarvan sinds 2011 klachten van seksueel misbruik worden behandeld.
De genoemde datum van 1 juli 2014 werd overeengekomen in het Voorzittersoverleg, van kardinaal Eijk als voorzitter van de Bisschoppenconferentie, broeder Van Dam als voorzitter van de KNR en Guido Klabbers als voorzitter van slachtofferkoepel KLOKK.
Na 1 juli 2014 blijft de mogelijkheid bestaan om een klacht in te dienen wegens seksueel misbruik, mits dat niet verjaard is en de aangeklaagde nog in leven is.
De reden waarom met ingang van 1 juli 2014 de mogelijkheid vervalt om klachten van seksueel misbruik in te dienen tegen overledenen en klachten van seksueel misbruik dat verjaard is, is de afname van dergelijke klachten. Het wordt door deze afname steeds moeilijker om voldoende klachtenbehandelingen te plannen voor de zittingen van de Klachtencommissies. Daardoor is het niet langer verantwoord om de huidige omvang van de Stichting Beheer en Toezicht inzake seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland te continueren.
Een onderzoeksrapport (de “0-Meting”) dat werd opgesteld op verzoek van de voorzitter van de Bisschoppenconferentie, de voorzitter van de KNR en de voorzitter van slachtofferkoepel KLOKK, signaleerde dat het bepalen van een einddatum voor het indienen van klachten wenselijk was (zie p. 17-18 in het rapport dat daarover is gepubliceerd). Dit rapport werd op 10 oktober 2013 gepubliceerd en op 5 november 2013 overhandigd aan minister Opstelten. Klik hier
De bisschoppen en hogere oversten blijven bereid om in gesprek te blijven gaan met slachtoffers met het oog op hulpverlening.
• Zie ook het bericht op deze website van 19 april 2014:‘Vragen en antwoorden over meldpunt seksueel misbruik’
• Op 19 november 2013 maakten de Bisschoppenconferentie en de Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR) de datum van 1 juli 2014 bekend. Zie hierover op deze website: ‘Sluitingsdatum seksueel misbruik overledenen en verjaarde zaken’
• Voor het onderzoeksrapport waarin wordt geadviseerd een einddatum in te stellen, en dat op dinsdag 5 november 2013 werd aangeboden aan minister Opstelten: ‘Publicatie onderzoek naar uitvoering adviezen ter zake seksueel misbruik’
Klik hier
en hier.
• Voor meer informatie zie op de website van de Kerkprovincie: ‘Dossier Misbruik Persberichten’.