Verklaring kardinaal Simonis
In reactie op de publicatie van de NRC van heden, 10 februari 2011, laat kardinaal Simonis het volgende weten:
“Bij de aanstelling van de priester R. in 1991 was het aartsbisdom op de hoogte van zijn voorgeschiedenis. Therapie en een serieus schriftelijk psychologisch advies leken voldoende basis voor een nieuwe aanstelling. Er is vanuit Amersfoort bij het aartsbisdom nooit een signaal binnengekomen dat hij in herhaling van kindermisbruik vervallen zou zijn. Van politieonderzoek is bij het aartsbisdom nooit iets bekend geweest, noch via slachtoffers, noch via de politie, noch via priester R. Ikzelf hoor dit gisteren voor het eerst. Het is voor de slachtoffers buitengewoon betreurenswaardig en ik trek mij hun leed zeer aan. Natuurlijk wordt mij gevraagd of ik destijds zorgvuldig genoeg heb gehandeld. Bij wat ik toen wist: ja. Op basis van de destijds beschikbare feiten werd, na zorgvuldig intern overleg, gehandeld. Wanneer er nu nieuwe feiten boven tafel komen, is het niet eenvoudig het handelen van toen te waarderen. We handelden toen op basis van wat we toen wisten. Mocht nu blijken dat op grond van onvolledige informatie niet zorgvuldig genoeg gehandeld is, dan valt dat bijzonder te betreuren en moet dat alsnog hersteld worden.”