Katholieke Kerk betuigt spijt aan slachtoffers geweld
De Rooms-Katholieke Kerk in Nederland betuigt spijt aan mensen die in het verleden als minderjarige leed hebben ondervonden als gevolg van excessief psychisch en/of fysiek geweld in instellingen van de Katholieke Kerk. De spijtbetuiging is opgenomen in een brief die personen zullen ontvangen die hierover een klacht meldden.
Een onafhankelijke commissie heeft de meldingen van geweld bekeken en stuurt slachtoffers een brief waarin de authenticiteit van het gemelde leed wordt erkend en wordt gewezen op mogelijkheden voor hulpverlening, contact met lotgenotengroepen en gesprekken met kerkelijke autoriteiten. Hiernaast is door genoemde commissie aan melders die daarvoor in aanmerking komen een aanbod gedaan voor een financiële tegemoetkoming.
In het verlengde van de brief van deze commissie, zal de Katholieke Kerk slachtoffers per brief een spijtbetuiging toesturen. De spijtbetuiging is ondertekend door Mgr. Van den Hende namens de Bisschoppenconferentie en pater J. van den Eijnden ofm namens de Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR).
Zij schrijven: “Met het naar voren brengen van uw melding heeft u de stap gezet om kenbaar te maken dat u ernstig geweld heeft ondervonden. Met deze stap heeft u in eigen persoon bijgedragen aan meer openheid rond situaties van ernstig geweld die u en andere kinderen in het verleden ervaren hebben.
Kinderen met geweld tegemoet treden staat haaks op de naastenliefde waartoe bisschoppen, priesters, broeders en zusters en anderen in de Kerk krachtens het evangelie geroepen zijn. Geweld is een ontkenning van de waardigheid van iedere menselijke persoon.
In vervolg op de brief van de commissie willen wij aan u vanuit de gemeenschap van de Rooms Katholieke Kerk ons oprechte medeleven tot uitdrukking brengen.
Het vervult ons met schaamte uit uw melding te vernemen dat u in uw jeugd te lijden hebt gehad van excessief geweld in situaties waarin juist gerekend werd op liefdevolle aandacht en zorgvuldige bejegening. Dit vervult ons met grote spijt.”