Nieuws

Rooms-Katholieke Kerk Nederland > Dossiers > Uitgelicht: Coronavirus > Terugblik op coronajaar 2020: Topdrukte bij de voedselbanken als gevolg van coronavirus

Terugblik op coronajaar 2020: Topdrukte bij de voedselbanken als gevolg van coronavirus

Deze zomer publiceert rkkerk.nl een serie artikelen die eerder zijn gepubliceerd in de Pius Almanak voor 2021. De artikelen schetsen een beeld van hoe de kerk in 2020 werd geconfronteerd met de ingrijpende consequenties van de coronapandemie en hoe men daar in die eerste periode mee om is gegaan. Ze bieden een momentopname uit 2020, intussen is de situatie veranderd, maar stuk voor stuk zijn deze verhalen informatief en bieden ze leerpunten voor nu en de toekomst.

Deel 3: Een bijdrage van Jouke Schat, diaken (aartsbisdom Utrecht) en bestuurslid van Voedselbanken Nederland. Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Op Tocht, bisdomblad van het aartsbisdom Utrecht (april 2020) en is met toestemming overgenomen. Het is geschreven als een momentopname uit de eerste fase van de coronacrisis in Nederland.

Het coronavirus tast de gezondheid van mensen aan en dat is al erg genoeg. Maar er is tevens ander leed: vanwege onze reactie op het virus – het stilleggen van een groot deel van onze sociale en economische activiteiten – heeft het virus ook nog een negatief effect op de inkomenssituatie van veel Nederlanders. Bij de voedselbanken zien we daar nu al de eerste gevolgen van.

Het aantal nieuwe klanten neemt toe en die nieuwe klanten komen niet alleen uit de traditionele bevolkingsgroepen, het zijn bijvoorbeeld ook hoogopgeleide ZZP’ers. Net als tijdens de economische crisis van 2008 zijn zij de eersten die het slachtoffer zijn van het stilzetten van onze economie. En dat op een moment dat de voedselbanken al alle mogelijke moeite moeten doen om hun activiteiten gaande te houden.

Onze vrijwilligers

Net zoals bij veel andere vrijwilligersorganisaties – waaronder ook de kerken – heeft een flink deel van de 12.000 vrijwilligers die bij de 170 voedselbanken in Nederland werken, de pensioengerechtigde leeftijd. Toen de regering medio maart maatregelen uitvaardigde om het coronavirus aan te pakken – waaronder het advies aan mensen ouder dan 70 jaar zoveel mogelijk thuis te blijven – raakten de voedselbanken direct een deel van hun vrijwilligers kwijt. Sommige voedselbanken spoorden hun vrijwilligers uit die leeftijdscategorie aan om thuis te blijven, bij andere gaven de vrijwilligers zelf aan dat ze het te gevaarlijk vonden om nog door te gaan.

Al vrij snel zagen we dat we ook in vitale functies vrijwilligers kwijtraakten. De voedselbanken zijn natuurlijk in eerste instantie een humanitaire organisatie waar vrijwilligers zich met hart en ziel inzetten om de minst draagkrachtigen in onze samenleving van eten te voorzien. Maar we zijn eveneens een complexe logistieke organisatie waarin de kernfuncties door echte specialisten worden vervuld. Als die afhaken, stokt het hele proces van voedsel inzamelen (bij supermarkten, boeren- en tuindersbedrijven en voedingsmiddelenproducenten) en dat voedsel vervolgens via een fijnmazig systeem verdelen over de ongeveer 90.000 klanten die wij elke week bedienen.

Veel hulp

Gelukkig krijgen wij van allerlei kanten hulp aangeboden. Vrijwilligers uit alle hoeken en gaten van de samenleving bieden zich spontaan aan. Het helpt dat de scholen en veel bedrijven tijdelijk dicht zijn. De mensen daar hebben tijd over en velen willen wat doen voor de samenleving. We merken een enorme hulpbereidheid, zoveel zelfs dat we soms nee moeten zeggen. Ook krijgen we hulp van tal van organisaties. Bedrijven lenen gratis mensen uit, het Rode Kruis stelt zijn vrijwilligersbestand voor ons open en het Ministerie van Defensie levert logistieke experts om opengevallen plaatsen op onze distributiecentra in de nemen. Het is soms wel lastig om al die mensen in te passen in onze operaties, want wij zijn een apart soort organisatie: alleen maar vrijwilligers. Iedereen heeft over alles wel een mening, er heerst geen managementcultuur.

Bedrijven helpen ons door (meer) voedsel te geven. Toen de horeca dicht ging, kwam er een grote hoeveelheid extra voedsel op ons af. Een deel daarvan konden wij vanwege de hygiëneregels niet accepteren, maar we hebben de rest toch mooi onder de klanten kunnen verdelen. Die kregen daardoor soms producten die ze nooit in hun voedselpakket aantreffen: luxe vlees, luxe groente en fruit en exquise bonbons bijvoorbeeld. Helaas voor onze klanten waren dit eenmalige partijen, want de horeca ging een tijdlang dicht en had daardoor geen voorraden meer die weg moesten. Maar er zijn ook bedrijven die (nog steeds) spontaan een deel van hun productie aan ons geven, dus niet alleen de restjes.

Geld nodig

Behalve meer vrijwilligers hebben we ook meer geld nodig. Bij de voedselbanken werken weliswaar alleen maar onbetaalde vrijwilligers, maar er worden wel kosten gemaakt. Bijvoorbeeld voor het ophalen van voedsel, voor huur van bedrijfsruimtes, voor elektra en water. Door de coronacrisis maken we sowieso al meer kosten: extra ritten per bestelbus of vrachtauto om voedsel op te halen, extra koel- en vriescapaciteit inhuren, voedselpakketten thuis afleveren in plaats van laten ophalen.

Daarnaast hebben we een reservepot nodig voor het geval er voedselbanken uitvallen en we onze klanten misschien moeten helpen met cadeaubonnen van supermarkten. We hadden berekend dat er bij een totale lockdown die lang gaat duren, tot zo’n € 1,3 miljoen per week nodig is om onze klanten via supermarktcadeaubonnen van voedsel te voorzien.

Daarom zijn we aan het begin van de crisis een actie gestart om een reservepot te maken, het Calamiteitenfonds voedselbanken. Al vrij snel besloot de regering om € 4 miljoen voor ons vrij te maken, maar dit geld is alleen bedoeld als vangnet, dus alleen als we niet op andere manieren genoeg geld bij elkaar weten te sprokkelen. Allerlei goede-doelenfondsen zoals de Postcodeloterij en het Kansfonds hebben inmiddels een donatie gedaan. En we zijn een publieksactie gestart onder het motto ‘Stay Safe En Geef’. Wie een bedrag(je) over heeft voor de klanten van de voedselbank, kan een bedrag doneren via: www.voedselbankennederland.nl/steun-ons/steun-voedselbank-donatie/. Leuk detail: alle reclame voor deze campagne (kranten, tv, billboards) is door bedrijven gesponsord.

Actie Haagse kerken

Al in een vroeg stadium van de crisis begonnen kerken na te denken over hun rol in deze noodsituatie. Naast de gebruikelijke zaken zoals liturgie en sacramenten die in deze tijd zeker aan belang winnen, ligt het voor de hand dat kerken ook materieel steun geven aan parochianen én niet-parochianen. Het is immers een van de werken van barmhartigheid, het spijzen van de hongerigen. Een voorbeeld van actieve steun is de actie van de Haagse kerken, die op Witte Donderdag aan alle klanten van de voedselbank in de regio een supermarktcadeaubon van een tientje hebben gegeven. En op de donderdag na Pasen hebben ze dat nog eens herhaald. Het initiatief werd gestart door de protestantse kerken, maar werd al snel overgenomen door de katholieke parochies. Een mooi voorbeeld van goede samenwerking dat navolging verdient. Ook landelijk riepen de bisschoppen op om de voedselbanken te steunen.

Wij kerken kunnen misschien niet meer zoals vroeger enorme bedragen opbrengen, maar we kunnen nog steeds een signaal afgeven. En via onze eigen kanalen zoals de PCI’s hebben we altijd een instrument om in bijzondere situaties zonder al te veel administratieve poespas hulp te bieden. Laten we hiervan royaal gebruik maken in deze moeilijke tijd.

Kijk hier voor meer informatie over de Pius Almanak.

 

Tags: