Zomerserie over vluchtelingen: ‘Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen…’ (Mat. 25, 35). Deel 2: de religieuzen
Deze zomer publiceert rkkerk.nl vier artikelen die eerder zijn gepubliceerd in de Pius Almanak voor 2023. Het thema is de opvang van vluchtelingen en vijf verschillende schrijvers laten vanuit hun perspectief hun licht over dit onderwerp schijnen.
Deel 2: Erica Op ’t Hoog, stafmedewerker van de Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR) schrijft over de vele manieren waarop religieuzen binnen hun eigen mogelijkheden vorm geven aan de opvang van vluchtelingen.
Ik was een vreemdeling en jullie namen Mij op
‘Daar helpen waar de nood het grootst is.’ ‘Dat wat nodig is, daar waar nodig is, doen.’ ‘We hebben een traditie van het geven van voedsel en onderdak aan slachtoffers van rampen en oorlogen.’ Het zijn enkele citaten van religieuzen van diverse ordes en congregaties die vertellen waarom het voor hen bijna vanzelfsprekend was om de deuren van hun huizen open te zetten voor de vluchtelingen uit Oekraïne, die begin 2022 naar Nederland kwamen.
Evenals vele andere mensen in het land waren ook religieuzen geraakt door de beelden van lange rijen mensen, die plotseling, na de Russische inval, in allerijl huis en haard moesten verlaten. De beelden van kapotgeschoten huizen en straten en de verhalen over angst voor hun eigen veiligheid en die van hun familie en vrienden, zorgden er al snel voor dat bij veel kloosters stemmen opgingen om iets te doen.
Opvang in kloosters
Zuster Madeleine Bouman van de Missiezusters van het Kostbaar Bloed in Aarle-Rixtel vertelt: ‘Al sinds 1914 vangen de zusters groepen vluchtelingen op. Dat begon in de Eerste Wereldoorlog met gevluchte Belgen. In de jaren ’90 van de vorige eeuw vingen de zusters Kroaten op, later kwamen er Irakezen en ook Syriërs. De inwoners van het dorp weten niet beter dan dat er vluchtelingen in het klooster opgevangen worden en hebben daarbij altijd hulp geboden. Nog voordat er überhaupt sprake van was dat er vluchtelingen uit Oekraïne naar hier zouden komen, stonden de eerste vrijwilligers al klaar om de kamers in de lege vleugel van het klooster weer op orde maken voor eventuele opvang. De zusters hebben zich toen bij de gemeente gemeld en al snel kwamen de eerste Oekraïners, met name vrouwen en kinderen.’
Ook andere kloosters hebben een lange traditie van opvang van vluchtelingen. Bij de Franciscanessen van Veghel begon dat in 1883 tijdens de eerste grote overstroming van de rivier de Aa in Veghel ten tijde van de eerste overste, Moeder Teresia, die zelfs wenste dat er meer vluchtelingen zouden zijn om voor te zorgen. Later volgden in de Eerste Wereldoorlog zusters met vele wezen uit België en Frankrijk. Op het moment dat de vluchtelingenstroom vanuit Oekraïne op gang kwam, waren de zusters druk bezig met hun eigen verhuizing vanuit het Moederhuis in Veghel naar een tijdelijk onderkomen in een pand van een andere congregatie in Wijbosch/Schijndel. Marieke van Grinsven, beleidsmedewerker bij de Franciscanessen: ‘Het feit dat wij op het moment van de nood het moederhuis juist aan het verlaten waren om het vrij te maken voor herbestemming gaf ons het gevoel dat het zo moest zijn. We hadden de ruimte beschikbaar en vonden dat we geen betere tijdelijke invulling konden krijgen dan onderdak bieden aan de vluchtelingen van deze onvoorstelbare oorlog.’ Binnen enkele dagen is met behulp van veel vrijwilligers, de gemeente en de organisatie die herbestemming coördineert het pand ingericht voor de opvang van zo’n 125 mensen. Dit is voor langere tijd.
Een vergelijkbaar verhaal komt uit Denekamp. Daar was Huize Elisabeth, het oude gastenverblijf van de Franciscanessen van Denekamp, vrijgekomen na interne verhuizingen en verbouwingen. Het zou verkocht worden. ‘Het hoort bij ons charisma dat we helpen wanneer we kunnen,’ vertelt zuster Christella desgevraagd. ‘De nood was groot, dus het was vanzelfsprekend dat we onze hulp aanboden.’ De gemeente maakte dankbaar gebruik van het aanbod. Omdat het gebouw volledig leeg stond, moest het opnieuw ingericht worden. Binnen een dag waren er door betrokkenen en omwonenden vijftig bedden en matrassen geregeld. Ook zijn er andere spullen zoals fietsen gebracht. Zuster Christella: ‘het is echt hartverwarmend hoe snel en hoeveel hulp we kregen.’ Er wonen nu zo’n 70 gevluchte Oekraïense moeders met kinderen en enkele ouderen. Zij kunnen in ieder geval tot juni 2023 blijven.
In al deze gevallen is het de gemeente die veel zaken regelt, zowel administratief als praktisch. De betrokken zusters zijn over het algemeen zeer positief over zowel de samenwerking met de gemeenten als over de vele hulp van vrijwilligers en omwonenden. Op enkele andere plekken laat de samenwerking met COA en gemeente echter te wensen over en moet de overste veel zelf regelen.
Vaak hebben de gevluchte mensen in de opvang eigen faciliteiten, maar op diverse plaatsten worden de warme maaltijden verzorgd door de keukens van de kloosters zelf. De Oekraïners hebben hun eigen bezigheden. Verschillenden hebben inmiddels werk in de regio gevonden en de kinderen gaan naar lokale scholen. Contacten met de kloosterlingen zijn er vooral in bijvoorbeeld de tuin of andere openbare ruimtes. Ook nemen sommigen deel aan de zondagse eucharistievieringen. In Aarle-Rixtel is daarom twee keer Pasen gevierd. Het Orthodoxe Pasen viel dit jaar immers een week later. De Oekraïners helpen ook mee bij activiteiten en bijeenkomsten. ‘Ze brengen weer leven in dit huis. Het voelt echt als een win-win-situatie,’ vertelt zuster Madeleine.
Een wat ander verhaal komt vanuit de abdij Koningshoeven in Berkel-Enschot. Abt Isaac: ‘We hebben in het verleden regelmatig mensen in nood opgevangen vanuit Nederland en vanuit het buitenland. Soms zoeken we daarbij de grenzen van de wet op als het om vluchtelingen gaat. Ik vind het een onderdeel van onze monastieke spiritualiteit om mensen in nood op te vangen.’ In de abdij kunnen daklozen enkele dagen tot rust komen. Soms blijven mensen wat langer om hun leven weer op de rails te krijgen. In het geval van de Oekraïners was de groep die opgevangen werd in eerste instantie groter, zeventien in totaal. Nu zijn er nog zes die in moeilijkere situaties verkeren.
Steun op andere manieren
Naast deze genoemde kloosters hebben veel meer kloosters, zeker in de beginperiode, tijdelijk opvang geboden totdat de gemeente andere locaties beschikbaar had.
Van oudsher zijn kloosters plekken die gastvrijheid bieden aan mensen in die dat nodig hebben. Het inspelen op de noden van de tijd is iets wat past bij de spiritualiteit van veel ordes en congregaties. Kloosters die geen mensen op kunnen vangen dragen op andere wijze hun steentje bij. Internationale ordes en congregaties ondersteunen het werk van medebroeders en -zusters in Oekraïne of omringende landen financieel en met gebed. Maar ook elders in de wereld krijgen vluchtelingen zorg en aandacht van religieuzen. Ze werken in vluchtelingenkampen en komen op voor hun belangen. Via KNR-PIN (Konferentie Nederlandse Religieuzen-Projecten In Nederland) steunen de gezamenlijke religieuzen veel projecten voor uitgeprocedeerde asielzoekers en mensen zonder papieren financieel. Vaak zijn dat projecten die bij andere fondsen moeilijker aan kunnen kloppen.
Op al deze manieren blijven religieuzen naar eigen mogelijkheden vorm geven aan hun charisma. ‘Ik was een vreemdeling en jullie namen Mij op’ (Matteüs 25,35)
Foto: Zuster Madeleine Bouman van de Missiezusters van het Kostbaar Bloed in Aarle-Rixtel (links) bij de presentatie van de Pius Almanak 2023.
Lees hier meer over de Pius Almanak 2023.
Tags: caritas, Werelddag migranten en vluchtelingen, Zomerserie opvang vluchtelingen