Nieuws

Rooms-Katholieke Kerk Nederland > Actueel > Mgr. Van den Hende: ‘Politiek en democratie voor heel de mens’

Mgr. Van den Hende: ‘Politiek en democratie voor heel de mens’

Dinsdag 14 februari werd het verkiezingsdebat van de Raad van Kerken gehouden in Dudok in Den Haag. De Raad nodigde Mgr. Van den Hende als voorzitter van de Bisschoppenconferentie en bisschop van Rotterdam uit voor een inhoudelijke bijdrage over armoede. Inhoudelijke bijdragen kwamen vanuit de kerken ook van ds. Karin van den Broeke (voorzitter van de synode van de PKN) en ir. Kees Nieuwerth (vicevoorzitter van de Raad van kerken).

Tien politieke partijen hadden een kandidaat-Tweedekamer-lid gestuurd naar de Haagse brasserie Dudok om zich door Fred van Iersel en Hillie van de Streek (beiden lid van de beraadgroep Samenlevingsvragen van de Raad van Kerken) te laten bevragen over waarden, over armoede, vrede en integratie. Het werd een afwisselend debat.

Een verslag van dit debat vindt u op raadvankerken.nl .

Mgr. dr. J.H.J. van den Hende sprak over het thema Armoede. Dit is zijn inhoudelijke bijdrage:

‘We hebben vanavond een bijzondere ontmoeting en uitwisseling hier in Dudok. Vertegenwoordigers van verschillende kerken en vertegenwoordigers uit verschillende politieke partijen zijn hier bijeen.

Deze ontmoeting en uitwisseling heeft de naam verkiezingsdebat gekregen. Dat is logisch nu de verkiezingen van de Tweede Kamer voor de deur staan. Maar het gaat over meer dan het moment van de verkiezingen zelf.

De onderwerpen die vanavond aan de orde komen zijn ook onderwerpen die fundamenteel onze aandacht vragen op de lange termijn, omdat het nodig is politieke en bestuurlijke voornemens concreet uit te werken en steeds weer te toetsen en waar nodig bij te stellen.

Op deze avond mag ik kort een begin maken met onze uitwisseling over het onderwerp armoede, de problematiek van armoede. Bij het woord armoede kun je al gauw gaan denken over armoede als een verschijnsel dat je moet bestuderen en bediscussiëren (bijv. inclusief cijfers over armoede in 2015 van het CBS d.d. 8 februari 2017) en waarvan je maar moet zien of je het kunt veranderen. Maar bij armoede gaat het op de eerste plaats heel concreet over mensen die met armoede te maken hebben.

Economie is geen onpersoonlijk mechanisme, waarvan je maar moet hopen dat het de goede kant oprolt, maar economie wordt door mensen bedreven en menselijk gedrag ligt er aan ten grondslag (cf paus Benedictus XVI, encycliek Caritas in Veritate (2009). Zo hebben ook politiek en democratie het spreken, kiezen en handelen van echte mensen nodig.

Er is sprake van armoede wanneer mensen niet kunnen voorzien in hun eerste levensbehoeften (definitie Verenigde Naties). Wat zijn die eerste levensbehoeften? Dan gaat het op de eerste plaats om basale zaken zoals voedsel, kleding en wonen, de nodige verzekeringen en persoonlijke verzorging.

Als we bij het denken over armoede ons focussen op deze basale zaken, dan zullen we helaas al veel mensen in onze samenleving vinden die hier niet in voldoende mate over beschikken. Het is daarom belangrijk om mensen die gebrek hebben aan deze eerste levensbehoeften tegemoet te komen.

Maar wanneer we ons zouden beperken tot deze eerste levensbehoeften, dan zouden we armoede als menselijk drama nog niet voldoende en niet volledig onder ogen zien. De menselijke persoon is een sociaal wezen. Het is nodig dat een mens zodanig de armoede achter zich kan laten dat er ruimte en mogelijkheid voorhanden is tot waarachtige deelname aan de samenleving door sociale participatie en ontspanning.

Ik ben mij ervan bewust dat we ergens moet beginnen wanneer het gaat om de situatie van mensen in armoede te verbeteren. Maar omdat een mens als persoon ten diepste een sociaal wezen is, die de actieve omgang met andere mensen nodig heeft (om als kind en jongere te kunnen leren op school en vriendschappen te sluiten, om je als volwassen mens te ontplooien door arbeid en vrijwilligerswerk, om als oudere betrokken te blijven worden op de voortgang van de maatschappij), mag het vaststellen van de eerste levensbehoefte zich niet beperken tot voedsel, kleding, wonen, verzekeringen etc. Ook de sociale component hoort bij de basale levensbehoeften van mensen die in armoede leven.

Twee maanden geleden namen wij het initiatief tot het houden van een expert meeting over het onderwerp: kinderen en armoede. Ik zal u zeggen dat je als kerkleider veelvuldig in aanraking komt met mensen in de samenleving die arm zijn, juist omdat de gemeenschap van de kerk wijd vertakt is in de samenleving, enerzijds door haar leden die overal leven en wonen en ook dikwijls zelfs met armoede te kampen hebben, en anderzijds omdat kerkleden in de samenleving vanuit hun gelovige bewogenheid noden zoals armoede meehelpen te lenigen. (Kijk hier voor meer informatie).

In dit kader organiseerden wij de expert meeting over kinderen en armoede. Wat mij trof was een statement van iemand die zich sterk maakt voor kinderen in armoede. Het ging haar niet alleen om voedsel, kleding etc., maar ook om voldoende mogelijkheden om op school mee te doen. Ze zei: je moet een kind in armoede zodanig steunen dat je iemand een netwerk aanbiedt, een netwerk (niet alleen middels een laptop) van leeftijdgenoten en andere mensen door de deelname mogelijk te maken aan activiteiten en gezamenlijke opdrachten, zodat een kind als sociaal wezen kan komen tot uitwisseling en sociale ontplooiing.

Armoede kan betekenen een gebrek aan eten en drinken, aan kleding en woonruimte. Er is nog steeds armoede wanneer er gebrek is aan een netwerk van sociale contacten en activiteiten.

Dit laatste wordt des te nijpender wanneer je bedenkt dat in ons land een aanzienlijke groep mensen te maken heeft met langdurige armoede. Het lijkt er op dat de groep die te maken heeft met langdurige armoede nog toeneemt, zelfs wanneer bij een aantrekkende economie de armoede als zodanig lijkt te minderen.

Tot slot een citaat van paus Franciscus uit zijn encycliek Laudato Si (2015), n.l. waar het gaat om armoede wereldwijd, is het nodig dat de rijkdommen van de schepping ten goede komen aan alle mensen. De wereld is ons gemeenschappelijk huis. Het algemeen welzijn vraagt om solidariteit met de armen en oog voor hun situatie. De armen zijn extra kwetsbaar voor de gevolgen van klimaatverandering (LS 159).’

Tags: