Kardinaal Eijk reageert op initiatiefnota D66 over toegang tot abortus als mensenrecht

Op maandag 8 september wordt in de Tweede Kamer de initiatiefnota van D66 behandeld met de titel ‘Toegang tot abortus is een mensenrecht’. Kardinaal Eijk, bisschopreferent voor medische-ethische kwesties namens de Nederlandse Bisschoppenconferentie, reageert op deze nota. Hij wijst op het fundamentele recht op leven, ook van ongeboren kinderen en beschrijft daarbij de nodige wezenlijke achtergronden en morele consequenties.
Ook noemt de kardinaal het gevaar dat medische hulpverleners tegenover abortus als mensenrecht niet langer op principiële grond bezwaar kunnen maken tegen medewerking aan abortus. ‘Abortus tot een fundamenteel mensenrecht verklaren impliceert dat artsen en zorgverleners die abortus weigeren op basis van gewetensbezwaren vrouwen het recht op zorg en het recht op abortus zouden ontzeggen. Dit zal de gewetensvrijheid van medewerkers in de gezondheidszorg ondermijnen.’
Hier volgt de complete verklaring van kardinaal Eijk, die hier als pdf is te downloaden:
Abortus een mensenrecht?
Op maandag 8 september a.s. zal de Tweede Kamer de initiatiefnota Toegang tot abortus is een mensenrecht van de D66-leden Sjoerdsma en Paulusma behandelen.[1] In deze initiatiefnota roepen zij de regering onder meer op om samen met gelijkgestemde landen te pleiten voor het vastleggen van het recht op abortus in het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie en in het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Hiermee beogen zij wereldwijd de toegang tot abortus te verbeteren.
Hun oproep aan de regering is ingegeven door zorg om het feit dat er jaarlijks wereldwijd 39.000 vrouwen sterven aan de gevolgen van een onveilige abortus. Dit is te vergelijken met het totale aantal bewoners van de gemeente Wageningen, zo stellen zij. Uiteraard is het zeer betreurenswaardig dat vrouwen doodgaan door een onveilige abortus provocatus. Maar moeten we ons niet eerder zorgen maken om de astronomische aantallen ongeboren kinderen, wier leven door abortus wordt beëindigd? Tussen 2021 en 2023 steeg het jaarlijkse aantal abortussen in Nederland van 31.049[2] tot 39.332.[3] In de Verenigde Staten werd het aantal abortussen in 2020 geraamd op 930.160, wat betekende dat ongeveer een vijfde van alle zwangerschappen eindigde in een abortus.[4] Wereldwijd gebeurt dat bij 29% van alle zwangerschappen en bedraagt het jaarlijkse aantal abortussen ongeveer 73 miljoen.[5]
De Wereldgezondheidsorganisatie noemt ischemische hartaandoeningen de grootste doodsoorzaak (9 miljoen doden in 2021). Maar moeten we feitelijk niet constateren dat abortus de grootste doodsoorzaak is? Hier wreekt zich het feit dat de zich in de baarmoeder ontwikkelende vrucht en zelfs het pasgeboren kind niet als een menselijke persoon worden gezien. Het biologisch gezien menselijk wezen zou pas een persoon zijn, als het een zelfbewustzijn heeft en kan denken. Dat het embryo vanaf de bevruchting een menselijke persoon is, kan niet worden bewezen. Het is echter moeilijk denkbaar dat het embryo vanaf de menselijke bevruchting geen menselijke persoon zou zijn, omdat vanaf dat moment het DNA vastligt dat zijn erfelijke eigenschappen gedurende zijn hele leven zal bepalen. En ook als het embryo geen actuele menselijk persoon is, dan is het in ieder geval een potentiële menselijke persoon. Dan moet vanaf de bevruchting rekening worden gehouden met de rechten van de persoon die eenmaal door de verdere ontwikkeling uit het embryo zal ontstaan. “Het menselijk wezen moet geëerbiedigd worden en behandeld als een persoon vanaf het ogenblik van de conceptie; en daarom moeten vanaf datzelfde moment zijn rechten als persoon worden erkend, waaronder in de eerste plaats het onaantastbare recht op leven van ieder onschuldig menselijk wezen” (Evangelium vitae, nr. 60).
Dit objectieve fundamentele recht op leven wordt de mens door de Schepper toegekend. Hij geeft de mens een unieke essentiële waardigheid, doordat Hij hem schept naar zijn beeld en gelijkenis (Gen 1,26-27). God is daardoor de bron van de objectieve rechten van de mens, waaronder het recht op leven. Wanneer echter God niet als Schepper wordt erkend, dan wordt de Staat de instantie die bepaalt welke rechten mensen toekomen. Door legale mogelijkheden voor abortus te realiseren wordt het recht op leven van ongeboren mensen aangetast.
Abortus is in Nederland niet gelegaliseerd. Het wordt nog steeds verboden (Wetboek van Strafrecht, art. 296, lid 1). Abortus is alleen niet strafbaar als die wordt verricht door een arts in een ziekenhuis of kliniek of door een huisarts die een abortuspil voorschrijft volgens de Wet afbreking zwangerschap (art. 296, lid 5). Van het formele verbod op abortus gaat nog een zekere beschermende werking uit voor het ongeboren kind. Het D66-voorstel beoogt om in Nederland en andere gelijkgestemde landen abortus uit het strafrecht te halen en tot een grondrecht te verheffen. De verwachting is dat daardoor de toegang wordt vergroot tot wat wordt genoemd een veilige abortus. In Frankrijk is dat recht op 4 maart vorig jaar al in de grondwet verankerd.[6]
Het feit dat abortus in Nederland in principe nog verboden is biedt ook artsen bescherming die principiële bezwaren hebben tegen het verrichten van abortus en hun medewerking daaraan weigeren. De Wet Afbreking Zwangerschap bepaalt expliciet dat niemand verplicht is om een abortus te verrichten of daaraan medewerking te verlenen (art. 20, lid1). Abortus tot een fundamenteel mensenrecht verklaren impliceert dat artsen en zorgverleners die abortus weigeren op basis van gewetensbezwaren vrouwen het recht op zorg en het recht op abortus zouden ontzeggen. Dit zal de gewetensvrijheid van medewerkers in de gezondheidszorg ondermijnen.
Het D66-voorstel om van abortus een fundamenteel mensenrecht te maken, houdt in dat de Staat door zijn wetgeving of een groep van staten door internationale verdragen de vrouw het recht toekent op zelfbeschikking over haar eigen lichaam. Dit recht zou haar ook het recht geven om door abortus een einde te laten maken aan het leven van haar ongeboren kind. In de huidige cultuur ligt de nadruk op subjectieve rechten, namelijk het recht om iets te doen en autonoom te besluiten, hier om het ongeboren kind door abortus te laten doden. Binnen de scheppingsordening gaat het om objectieve rechten, die de Schepper aan de mens toekent en daarom gerespecteerd dienen te worden.
Bovendien gaat het bij abortus niet om de zelfbeschikking van de vrouw over haar lichaam. Zij beschikt over het leven van iemand anders, haar ongeboren kind, een actuele menselijke persoon of een potentiële toekomstige menselijke persoon.
De Wet afbreking zwangerschap impliceert al een aantasting van het fundamentele recht op leven van ongeboren kinderen. Door abortus tot een mensenrecht te verklaren, wordt dit recht eenvoudigweg ontkend. Het komt de Staat echter niet toe, ook niet bij een democratische meerderheid, om het fundamentele recht op leven te ontkrachten dat de Schepper aan de mens, ook de ongeboren mens, heeft toegekend. Johannes Paulus II zegt hierover: “Neemt een parlementaire of maatschappelijke meerderheid, wanneer ze de rechtmatigheid van de onder bepaalde voorwaarden uitgevoerde doding van het ongeboren menselijke leven goedkeurt, soms niet een ‘tiranniek’ besluit tegen het zwakste en meest weerloze menselijk wezen?” (Evangelium vitae, nr. 70).
Wat moet er dan wel worden gedaan? Vrouwen die ongewenst zwanger raken, worden vaak aan hun lot overgelaten. De man die het kind verwekt heeft en ook haar familie insisteren dikwijls op abortus. Haar moet geen recht op abortus worden aangeboden, maar de helpende hand worden toegestoken om haar in staat te stellen de zwangerschap uit te dragen. Vervolgens is aan haar de beslissing of zij het kind wil houden of afstaan aan adoptieouders. De Katholieke Kerk roept op tot een cultuur van leven, waarin zowel de moeder als het kind, ook het ongeboren kind, met liefde en zorg worden omringd.
Utrecht, 5 september 2025
+ Willem Jacobus kardinaal Eijk
Aartsbisschop van Utrecht en referent voor medische-ethische kwesties namens de Nederlandse Bisschoppenconferentie
[1] W. Paulusma, Toegang tot abortus is een mensenrecht, zie: https://d66.nl/wp-content/uploads/2024/11/Initatiefnota_abortus_4.pdf.
[2] Jaarrapportage 2021 Wet afbreking zwangerschap (Wafz), september 2022, zie: https://www.igj.nl/publicaties/jaarverslagen/2022/09/22/wafz-2021.
[3] Jaarrapportage 2023 Wet afbreking zwangerschap (Wafz), november 2024, zie: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2024/11/06/jaarrapportage-2023-wet-afbreking-zwangerschap-wafz.
[4] Guttmacher Institute, Long-Term Decline in US Abortions Reverses, Showing Rising Need for Abortion as Supreme Court Is Poised to Overturn Roe v. Wade, 15 juni 2022, zie: https://www.guttmacher.org/article/2022/06/long-term-decline-us-abortions-reverses-showing-rising-need-abortion-supreme-court.
[5] Wereldgezondheidsorganisatie, Abortion, 17 mei 2024, zie: https://www.who.int/news-room/fact-sheets/detail/abortion.
[6] Texte intégral de la Constitution du 4 octobre 1958 en vigueur, art. 34: “La loi détermine les conditions dans lesquelles s’exerce la liberté garantie à la femme d’avoir recours à une interruption volontaire de grossesse,” zie: https://www.conseil-constitutionnel.fr/le-bloc-de-constitutionnalite/texte-integral-de-la-constitution-du-4-octobre-1958-en-vigueur.
Foto: kardinaal Eijk in een Geloofsgesprek door KRO-NCRV.
Tags: abortus, kardinaal Eijk, medische ethiek