“Tegen een muur praten is net zo effectief…”

Stel je voor dat je overgrootmoeder onze moderne wereld binnenwandelt, met overal smartphones en slimme computers. Zou zij glimlachen om de ‘vooruitgang’ of bedenkelijk haar hoofd schudden? We roepen wel dat iets een sprong vooruit is, maar hebben we ooit vastgesteld wat of waar het einddoel is? Als je dat niet weet, weet je ook niet of op de goede weg bent. Nieuwe vindingen zoals kunstmatige intelligentie zijn pas waardevol als ze dienstbaar zijn aan een hoger doel of visie. Als we geen kompas hebben dreigt ‘vooruitgang’ een doelloze dwaaltocht te worden. We hebben nogal eens de neiging om elke oude waarheid van ons weg te werpen voor een nieuwe theorie, terwijl we de oude theorie niet eens echt beproefd hebben.
Een jonge denker vandaag de dag kan in één seconde Google of ChatGPT raadplegen en meer informatie ophalen dan je overgrootmoeder in een jaar kon verzamelen. Maar moet je dat wijsheid noemen, of slechts koude gebundelde data? De dichter en de gelovige (die verbeelding en waarheid in het vizier hebben) lichten tipjes van de gesluierde waarheid op die groter is dan gebundelde data. Data hebben geen verbeelding en hebben geen weet van waarheid.
AI is als supersnelle schaker: enorm knap in logica en rekenen, maar het mist de poëtische ziel die de mens tot echte wijsheid brengt. Een computer kan alle feiten van de wereld opslaan en toch niets begrijpen. Wijsheid vereist menselijkheid – verbeelding, moraal, empathie – allemaal zaken die niet in een algoritme passen. Feitelijk is AI een bibliotheek vol kennis maar zonder het licht van inzicht of van een hart dat klopt.
De mens is uniek vanwege zijn scheppingskracht en zijn ziel. De eerste mensen maakten grotschilderingen van dieren, terwijl geen enkel dier ooit een mens heeft getekend. Kunst is de handtekening van de mens. Zou een machine, hoe slim ook, ooit waarachtig kunst kunnen voortbrengen, bezield met betekenis? Wijsheid ligt in de waarheid en het mysterie dat mensen van nature zoeken. AI kan miljoenen feiten presenteren, maar de wijsheid om te weten wat echt van waarde is, dat blijft het voorrecht van de mens; een computer weet alles, behalve wat belangrijk is.
Technologie op zich is neutraal; het gaat erom wie aan de knoppen zit. Geen enkele machine – dus ook geen slimme AI – kan de mens overheersen, tenzij wij die macht zelf uit handen geven. Ik zie AI als een uitermate nuttig hulpmiddel dat routineklussen versnelt en informatie aandraagt, zodat je meer tijd hebt voor het echte denken. Maar als we eraan gewend raken om iedere vraag meteen aan ChatGTP te stellen, verleren we het zélf nadenken. Iemand die AI alles laat doen, lijkt op iemand die in een ligstoel gaat liggen; comfortabel, totdat je merkt dat je niet meer kunt lopen. Zorg dat je meester blijft van je geest. Dat is in ieder geval iets wat alle heiligen deden.
De Kerk heeft altijd sterk geloofd in het persoonlijke intellect en gezond verstand van de gewone mens. Ik zie vaak bij scholieren en jongeren dat zij de logica van het alledaagse leven boven de hoogdravende theorieën van zogeheten experts verkiezen. Gelukkig maar. Ik zou jongeren aan willen sporen om AI kritisch en creatief te gebruiken. Zie het als een uitgebreide gereedschapskist, niet als een orakel dat al je beslissingen neemt. Een denkende machine kan ons helpen patronen te zien of nieuwe ideeën te verkennen, maar de keuzes, vooral de oordelen over goed en kwaad, die moeten we zélf blijven maken.
Het gevaar zit niet zozeer in AI zelf, maar veeleer in de mens die er gebruik van maakt. Ik doe niks af aan scenario’s van opstandige robots – dat is echt geen onzin – maar AI die volledig doordraait is uiteindelijk door onszelf gemaakt en gevoed. Het echte gevaar is dat wij misschien doordraaien in onze aanbidding van techniek. Vroeger bouwde de mens kathedralen; nu bouwt hij datacenters vol knipperende lichtjes. Gaan we ons hart per ongeluk schenken aan een berg silicium en coderingen? We moeten voorzichtig zijn met het aanbidden van algoritmen. Een computer kan razendsnel rekenen, maar geen greintje liefde of deugd bieden. En feitelijk is het apparaat zelf net zo slim als een baksteen.
Toch ben ik niet louter somber over AI. Juist door een denkende machine uit te vinden, beseft de mens weer hoe wonderlijk zijn eigen denkvermogen is. Een machine kan miljarden berekeningen aan, maar begrijpt geen grapje, verwondert zich nergens over en kent geen genade. Misschien is het uiteindelijk goed dat we zo’n contrast hebben geschapen: het herinnert ons eraan wat een mens menselijk maakt. De paradox is dat hoe slimmer onze computers worden, des te meer wij mogen inzien wat echte wijsheid, liefde en creativiteit inhouden, dingen die geen algoritme kan simuleren. Met chatbots gaan converseren over je problemen is echt niet aan te raden. Tegen een muur praten is net zo effectief.
+Rob Mutsaerts, december 2025
Afbeelding: Altman voor Pixabay.com.
Tags: AI, Kunstmatige Intelligentie, lijst, smaakmaker









